De naam komt van het Latijns ‘aperire’ = openen.
Grasmaand
De Boomkikker begint aan de voortplanting. De Rugstreeppad ontwaakt als een van onze laatste amfibieën uit de winterslaap. Je kunt hem horen roepen in de schemer en nacht vanaf half april. We zien de jongen van de kleine watersalamander op het land en in het water. De mannetjes zijn tijdens de paartijd prachtig gekleurd en hebben een kam op de rug.
Ook bij de Zandhagedis verandert er iets in het voorjaar: de mannetjes hebben in in het voorjaar en de zomer een groene kleur op de flanken.
De eerste vleermuizen ontwaken bij zacht weer uit hun winterslaap. Voor de rosse woelmuis breekt de paartijd aan maar dat is wel afhankelijk van temperatuur en voedselaanbod.
Steenmarters en vossen zijn drukdoende met hun jongen.
Jongen van de wilde zwijnen (frislingen) lopen ook al rond en hebben horizontale strepen, deze dienen als camouflage. De strepen verdwijnen na drie tot vijf maanden.
Aan de Berk hangen de lange meeldraad katjes. De beuk, Europese lariks, ruwe berk en zomereik krijgen langzaam aan blad. We kunnen weer gaan genieten van de bloesem van fruitbomen als appel, peer, pruim en zoete kers. Eerste bloei van o.a. grove den, witte en zwarte els.
De temperatuur gaat zoetjes aan stijgen en er vliegt weer van alles rond, op zoek naar voedsel: bladwespen, graafbijen, hommels , muggen, vliegen en wespen.
Ook libellen/waterjuffers zien we in groten getale: azuurwaterjuffer, glassnijder, lantaarntje (mannetje zwart met een fel, hemelsblauw kontje), platbuik, smaragdlibel, viervlek, vroege glazenmaker (als eerste van de libellen te zien), vuurjuffer en weidebeekjuffer.
Vlinders eigenlijk teveel om op te noemen: de atalanta, bont zandoogje, citroenvlinder, dagpauwoog, distelvlinder, koolwitjes, oranjetipje en Sint Jacobsvlinder zijn de bekendste.
Ook is het volop genieten van de bloemen van veel plantensoorten zoals o.a. akkerhoornbloem, blauwe bosbes, boterbloem, gele lis, gele plomp, echte koekoeksbloem, fluitenkruid, hondsdraf, look-zonder-look, madeliefje, margriet, paardenbloem, pinksterbloem en witte dovenetel. Ook de struiksoorten blijven niet achter: brem, meidoorn, sleedoorn, vlier, vogelkers en lijsterbes zijn te bewonderen.
Veel vogels uit de overwinteringsgebieden zoals Zuid-Afrika, arriveren nu. Voor de meeste vogels breekt een drukke tijd aan: mannetjes moeten vrouwtjes imponeren met hun zang en balts, dan volgt de voortplanting en uiteindelijk zal er een nestje gereed moeten komen.
Reigeriën zijn de nesten van reigers die in kolonies broeden.
In het voorjaar vormen zich grotere groepen eksters voor paarselectie. Charles Darwin noemde deze groepen ‘huwelijksbijeenkomsten’ (marriage meetings). Het zijn paartjes voor het leven.
De watersnip wordt ook wel ‘hemelgeit’ genoemd vanwege zijn blatend geluid tijdens baltsvlucht. Dit komt door de luchtstroming van speciaal gevormde staartpennen.
‘Balderen’ is het onstuimig schreeuwen in de paartijd van fazanten.
De balts van de fuut gaat gepaard met 4 ceremonies: ontdekking, kopschudden, terugtrekken en plantenceremonie. Het ouderpaar heeft een prachtig, uitgebreid baltsritueel.
De bruine kiekendief en buizerd roepen constant luid en zijn dagen lang in de weer met nesttakken en voedsel voor de verleiding. Spectaculaire baltsvluchten door het mannetje met schroeven en koprollen. De kievit kan ook aardig wat geweldige stunten in de lucht uitvoeren.
De grutto, kievit, koolmees en wilde eend zijn al een stapje verder en houden hun eerste jongen in de gaten.