Augustus

AUGUSTUS

Genoemd naar de Romeinse keizer Augustus. Oogstmaand

 De eerste vruchten van de Amerikaanse eik, beuk, winter- en zomereik zijn rijp. Ruwe berk en witte paardenkastanje krijgen al voor de helft een herfstkleur.

De mieren maken hun bruiloftsvluchten: de mannetjes en de koninginnen stijgen dan op. Alleen de sterkste mannetjes kunnen de koninginnen bijhouden en ze boven in de lucht bevruchten. De sabelsprinkhaan laat zich zien op warme avonden en de hommels en wespen komen af op de eerste zoetigheid. Ook de sabelsprinkhaan laat zich zien tijdens warme avonden. Er vliegen nog steeds veel libellen en vlinders rond.

Bijenhouders of ‘bieboeren’ – vooral in de buurt van klei- of rivierkleistreken (W-Brabant) konden hun bijen laten vliegen op het koolzaad dat daar veel werd verbouwd. In juni haalden ze hun volken weer naar huis om ze op de boekweit te laten vliegen. Vanaf half augustus werd daar honing gewonnen.

Knikkergallen zijn bijzonder en ontstaan doordat de galwesp een eitje legt in de bladoksels van eiken. In het begin is de gal groen, maar in augustus bruin en hard. In de gal zit een larve. Eind augustus of begin september kruipt de galwesp door een gaatje naar buiten.

De eerste vruchten van de blauwe bosbes, gewone vlier, een- en tweestijlige meidoorn, hazelaar, Amerikaanse- en gewone vogelkers, wilde lijsterbes zijn rijp. En we zien de eerste bloei van o.a. bijvoet, klimop, klokjesgentiaan, struikheide, veldgentiaan en wilgenroosje.

Langzaam aan begint de vogeltrek: de huiszwaluw verlaat in groepen ons land, de eerste grote groepen kieviten (>200 exemplaren) vliegen over, evenals groepjes regenwulpen. ’s Avonds vliegen de steltlopers over. De zwarte sterns verzamelen zich in grote groepen rond het IJsselmeer, ze komen vanuit heel W-Europa. Ook is de doortrek van de visarend te verwachten. In tegenstelling tot andere duiven is de zomertortel (of tortelduif) een trekvogel.

In de maanden augustus en september kun je zomertortels tegenkomen in Zuid-Europa en langs de Middellandse zee. Met hun trektocht naar de Sahara nemen ze noodgedwongen een groot risico. Ze passeren plekken als Malta, waar de jacht op trekvogels hevig is.

Najaarstrek van de boompieper vindt al plaats vanaf eind augustus (ongeveer een maand eerder dan de Graspiepers). Boomvalk, bosruiter, nachtegaal, ooievaar zoeken de warme oorden op, zoals Spanje, Afrikaanse landen.

De eerste overwinteraars verschijnen zoals de zilverplevier (die hier verblijft tot mei) en de Jan van Gent, die in november weer weg is. Er zijn ook groepsgewijze verplaatsingen: heeft niets te maken met de ‘echte trek’, het is bijv. de rui-trek van bergeenden, die in augustus massaal naar het Duitse gedeelte van de Waddenzee trekken. Of de slaaptrek van meeuwen, kauwen en spreeuwen.

In augustus begint de basthuid bij de mannetjes edelherten te jeuken en vegen de geweibast af door langs takken en boomstammen te schuren. De ree mannetjes gaan vechten tijdens de bronsttijd.

De Hondsdagen, die circa 20 juli begonnen en doorlopen tot 20 augustus, zijn gerelateerd aan het sterrenbeeld Grote Hond (Canis major). In Nederland en België is deze periode gemiddeld de warmste van het jaar. De heldere ster Sirius van het sterrenbeeld de Grote Hond komt gelijk met de Zon op. Zodoende is Sirius (volgens de Griekse mythologie de hond van de jager Orion) niet te zien. Toen Orion stierf kreeg hij met zijn hond Sirius een plek aan de hemel.

De periode van de hondsdagen is het hoogtepunt van de zomer, de hoogzomer. Ook komen tijdens deze dagen de meeste hittegolven voor. In diverse landen had men vroeger de gewoonte om honden tijdens de hondsdagen een muilkorf om te doen uit vrees voor hondsdolheid. Maar de hondsdagen hebben verder niets te maken met honden. Het woord hondenweer is afgeleid van het oud-Nederlandse woord ondeweer, dat slecht weer betekent.

Scroll naar boven