Oog in oog met Gaia
Niet alleen natuurkundigen, scheikundigen en geologen maken zich druk om de toestand waarin de planeet Aarde zich op het moment bevindt. Een goede vriend van James Lovelock, de bekende Franse filosoof en wetenschapsantropoloog Bruno Latour maakt zich ook ongerust en stelt in zijn filosofische beschouwing Oog in oog met Gaia; acht lezingen over het Nieuwe klimaatregime (Octavo 2020) dat de natuur niet langer de stabiele achtergrond vormt van ons doen en laten. We zijn toegetreden tot het drama van de geo-geschiedenis, het tijdvak van het antropoceen. In dat tijdvak dringen de ecologische gevolgen van het menselijk handelen voor onze planeet zich hardhandig op de voorgrond. We meenden dat er vrede heerste, maar we zijn met onze planeet in oorlog. De planeet Aarde is hevig in beroering.
Het heeft geen zin ons een rad voor de ogen te draaien, zegt Latour: we zijn even slecht voorbereid op de komende omwentelingen in het beeld dat we hebben van de wereld als Europa dat had in 1492. Temeer omdat we ons ditmaal niet moeten voorbereiden op de expansie van de ruimte, de ontdekking van nieuwe gebieden waaruit eerst de bewoners moeten worden verwijderd, die gigantische landinname waardoor de ‘westerse expansie’, zoals het lang heette, mogelijk werd. Het gaat nog altijd om ruimte, om de aarde, om ontdekking, maar nu draait het om de ontdekking van een Nieuwe Aarde, waargenomen in haar intensiteit en niet meer in haar extensie, haar uitgebreidheid. Wat we met verbijstering meemaken, vertelt hij in dit boek, is niet de ontdekking van een Nieuwe Wereld die tot onze beschikking staat, maar de verplichting om helemaal opnieuw te leren hoe we de Oude Wereld zullen moeten bewonen. De verrassing is des te groter en completer, zegt hij, omdat ditmaal niet wij oudere volken uit hun land verjagen, maar ons eigen land, óók ons eigen land, in bezit wordt genomen. Of juister gezegd, het ziet er naar uit dat alle voorheen menselijke volken gelijktijdig worden getroffen door een omgekeerde, door de Aarde zelf ondernomen landinname. Al deze omkeringen zijn overigens nog zo duister dat wij net zomin weten wat ons overkomt als Columbus toen hij terugkeerde van Hispaniola, dat hij voor de Chinese kust had aangezien.
Wie of wat is die planeet Aarde eigenlijk, vraagt Latour zich af.
De Aarde is een levende planeet, stelt hij met James Lovelock en met nog veel meer anderen, want de atmosfeer keert hier namelijk niet terug naar de staat van chemisch evenwicht zoals bij de Maan en Mars, waar de dampkring namelijk wel in chemisch evenwicht is. Op de Aarde moet er dus iets zijn wat die wankele situatie in stand houdt. De planeet Aarde lijkt in staat, zegt hij, tot het actieve handhaven van een verschil tussen wat zich binnen en buiten haar bevindt. Ze heeft zoiets als een huid, een schil, een omhulsel van allerlei gassen. De blauwe planeet doet zich voor als een lange opeenvolging van historische, hachelijke, specifieke en toevallige gebeurtenissen, alsof ze het voorlopige broze resultaat is van een geo-historie.
De organismen die het dunne vlies van kritieke zones in leven en op temperatuur houden zijn geen inerte, dode, passieve passagiers van een fysisch-chemisch systeem. De aarde is wel degelijk een actief systeem, zegt deze filosoof. De planeet Aarde reageert duidelijk op het collectieve handelen van de mensen. De Maan en Mars doen dat niet. De levende micro-organismen op onze planeet reageren heel duidelijk op de mens en op zijn vervuilende exploiterende gedrag. De mensen zijn ongemerkt de ziekte van Gaia geworden. Je kunt spreken van een MENSENPLAAG, constateert Latour.
Het Gaia-systeem deelt met alle levende wezens het vermogen van zelfregulering: de regulering van het natuurkundige en het chemische milieu en dan op een niveau dat geschikt is voor al het leven.
De planeet Aarde is niet gefabriceerd. Ze wordt door niemand onderhouden. Micro-organismen spannen samen, legt Latour uit, om het voortbestaan mogelijk te maken van de kritieke zones, waarbinnen alle levenden zich met elkaar verbinden. En die organismen passen zich niet alleen aan. Ze maken hun omgeving ook voor zichzelf passend, plooien de omgeving actief om zich heen ter bevordering van hun ontwikkeling. Elk organisme manipuleert doelbewust in zijn eigen belang datgene waardoor het wordt omgeven.
Bevers, vogels, mieren en termieten zijn niet de enige die de omgeving om zich heen plooien om haar gunstiger te maken voor de eigen ontwikkeling, maar ook bomen, paddenstoelen, algen, bacteriën en virussen doen dat.
En ook de mensen doen dat, veranderen hun omgeving zodanig dat deze op hun persoonlijke behoeften wordt afgestemd. De natuur waarin ze leven is geheel en al door hen vervormd en aan hen aangepast. Lovelock deed niets anders dan dit vermogen tot transformatie uitbreiden tot elk levend wezen.
Het drama rondom ons klimaat is dat Gaia zich tegen ons ‘verzet’ op het moment dat de mens slechter dan ooit aangepast lijkt om de gevolgen van onze aanval op het planetaire ecologische systeem ook maar te beseffen, laat staan er zich zorgen om te maken. We zijn er in geslaagd, zegt Latour, om één enkele economiserende, calculerende mensachtige alomtegenwoordig te maken over de hele oppervlakte van de planeet Aarde. Deze homo economicus heeft zich mondiaal overal genesteld. En nu opeens moet deze homo economicus deze wereld tegemoet treden met een brein dat alleen nog tot simpele kapitaliserings- en consumptieberekeningen in staat is, constateert hij, een louter calculerende mens aan wie slechts een uiterst gering aantal egocentrische verlangens wordt toegekend, een atomische mens, d.w.z. een onthecht subject, een van anderen en van zijn natuuromgeving gevoelsmatig vervreemd en er van losgekoppeld wezen. We zitten gevangen in een verstard economiserend denken.
Kapitalisme is volkomen vreemd aan bewoning van de planeet Aarde. Kapitalisme sloopt alles om zich heen. Bewoners van planeet Aarde overleven alleen door te leven in symbiose met die hele planeet! Het is geen schouwspel meer, waarschuwt Latour, waarvan we op afstand kunnen genieten. Wij maken zelf deel uit van die symbiose!
Aan de lezers met filosofische belangstelling kan ik dit boek van harte aanbevelen)
Hans Pijnaker
(wordt vervolgd)