Professor Westbroek vertelt verder over zelfreiniging van die biosferen:
Kringloop in het klein.
“Die glazen bol is alleen voor materie gesloten. Energie – warmte en licht – wordt gemakkelijk uitgewisseld met de omgeving. In mijn kamer wordt de babybiosfeer op een comfortabele temperatuur gehouden; warmte kan zonder problemen naar binnen en naar buiten. De glazen omheining laat ook zonlicht toe. Uiteindelijk is het licht de energiebron die het hele systeem aan de gang zet. Het houdt de organismen in leven en activeert de garnaaltjes, de algen en de bacteriën die water en licht schoonhouden.
De organismen in de bol vangen het zonlicht op en gebruiken het om de beschikbare voedingsstoffen in de kringloop te houden en giftige stoffen te verwijderen. Dat het leven het in de bol zo lang volhoudt, is een overtuigend bewijs voor de efficiëntie waarmee het zijn omgeving kan reinigen. Er hoeft maar één voedingsstofje uit de circulatie te ontsnappen of één gifstof zich ergens op te hopen, en het hele systeem loopt vast en stort in.
Anders dan organismen in het aardse leven buiten de bol hebben deze opgesloten organismen géén toegang tot geo-chemische stromen voor hun voedselvoorziening en afvalverwerking. De garnaaltjes in de bol hebben alleen de inhoud van de bol tot hun beschikking als riool voor hun ontlasting en als voedselbron. En toch vormt deze complexe gemeenschap met de duidelijk zichtbare garnaaltjes, die zichzelf al vijf jaar lang in leven houdt,
een wel zeer overtuigend bewijs van de zelfreinigende kracht van het leven.
Wat hebben de garnalen nodig om het zo lang uit te houden?
Ze zijn allereerst afhankelijk van organisch materiaal voor hun levensonderhoud. De diertjes nemen voedsel op en dat reageert in hun cellen met zuurstof die ze uit het water halen. De energie die bij dat proces vrijkomt, staat dan ter beschikking. De reactieproducten bestaan uit de organische stoffen waar ze zelf uit bestaan plus kooldioxide en water, die als afval
( poep, plas) vrijkomen.
In de beslotenheid van hun wereldje kunnen de dieren alleen maar overleven als hun afval (poep-plas) weer wordt omgezet in voedsel. Hier zijn de algen voor nodig. Met hun groene pigmenten vangen ze iets van het licht op dat de glazen bol binnenkomt. En bij hun fotosynthese zetten ze kooldioxide en water (voormalig poep en plas) weer om in organisch materiaal en zuurstof.
Kortom, je zou kunnen zeggen dat de algen de afvalproducten van de garnalen opeten en omgekeerd, dat de garnalen de afvalproducten van de algen weer opeten. Die twee, de garnalen en de algen, gedragen zich als twee gekoppelde chemische reactoren, die worden aangedreven door de energie van het licht.
In werkelijkheid is het zichzelf instandhoudende systeem van de planeet AARDE nog veel ingewikkelder. Maar het eenvoudige systeem in de glazen bol laat het overlevingsmechanisme van de planeet duidelijk aan ons zien.
We hebben het in bovenstaande dus eigenlijk ook weer over de symbiose-theorie – het in en met elkaar overleven – van bioloog en aardwetenschapper Lynn Margulis. Weet je dat nog?
Dus als we dat zichzelf instandhoudende systeem verstoren met onze chemische afvalproducten uit de schoorstenen van de industrie, uitlaatgassen van auto’s, kooldioxide van de fossiele brandstoffen, chemische bestrijdingsmiddelen uit de landbouw en stikstof en ammoniak uit de intensieve veeteelt, dan stort dat systeem in, sterft het. En dat betekent uiteindelijk het einde van de mensheid. We willen dit nog steeds niet serieus onder ogen zien.
Hans Pijnaker
Wordt vervolgd