Van 7 tot 19 december 2022 vindt in Montreal (Canada) de COP 15 van de Verenigde Naties over biodiversiteit plaats. Onder Chinees voorzitterschap. Deze conferentie zou van 25 april tot 8 mei 2022 plaats gevonden hebben in Kunming in China, onder de titel ‘Ecologische beschaving (Shentai Wenming): bouwen aan een gedeelde toekomst voor al het leven op aarde’. Maar door de corona lockdowns in China is deze, na 3 keer uitgesteld te zijn, uiteindelijk verplaatst naar Montreal.
Wel is op 12 en 13 oktober 2021 een grotendeels virtuele voorbereidende conferentie geweest in Kunming, resulterend in de Kunming Verklaring. Wordt de conferentie in Montreal een clash tussen Oost en West, tussen de oude Chinese wijsheid van het taoïsme van de ‘de eenheid van natuur en mens’ en het ‘leven in harmonie met de natuur’ van het Westerse ideaal van een duurzame ontwikkeling? De Kunming Verklaring van oktober 2021 werpt haar schaduw vooruit.
Antropoceen
Voorafgaand aan de voorbereidende bijeenkomst van de Verenigde Naties COP 15 conferentie in Kunming in oktober 2021 vragen een aantal Chinese auteurs zich af: “Hoe kunnen soorten en ecosystemen zich aanpassen aan de dramatische veranderingen in het Antropoceen?” “In de afgelopen jaren is het idee van een Antropoceen opgekomen, als belichaming van de negatieve invloed die wij als mensen uitgeoefend hebben op de natuur waarvan we afhankelijk zijn.” Zo stelt Susan Gardner, directeur Ecosystems Division van het United Nations Environmental Programme (UNDP) op de voorbereidende conferentie in Kunming. Verwijzend naar de COVID-19 pandemie, zetten deze Chinese auteurs zich af tegen de Westerse 2050 visie ‘leven in harmonie met de natuur’ als antropocentrisch. Daar tegenover stellen zij de oude Chinese wijsheid van Taoïstische idee van de ‘Eenheid van Natuur en Mens’, waarbij de mens zich naar de natuur moet voegen
– een soort Ecoceen in een Ecologische Beschaving van het Taoïsme van ‘heldere wateren en weelderige bergen’. Is dit een clash tussen paradigma’s van Oost en West die tot een nieuw leidend principe leidt, tot een nieuw ecocentrisch wereldbeeld gebaseerd op de oude Oosterse wijsheid van het Taoisme? Of blijft het antropocentrische Westerse paradigma, met de idee van een duurzame ontwikkeling als leidend principe in het huidige neoliberale wereldbeeld dominant?
Biodiversiteit
De COP 15 is de 15e Conferentie van de Partijen bij het Verdrag inzake Biologische Diversiteit. Afgesloten in 1992 in de Verenigde Naties Conferentie over Milieu en Ontwikkeling in Rio de Janeiro. Met de afspraak dit verdrag elke 2 jaar te evalueren. Een verdrag waar weinig tot niets van terecht gekomen is. In september 2020 stelt de 5e editie van Global Biodiversity Outlook dat geen enkele van de 20 in 2010 gestelde biodiversiteitsdoelen in Aichi (Japan) is gehaald. Van de 44 beoordeelde subdoelstellingen worden er 20 gerangschikt als ‘slecht’, 19 als ‘matig’ en slechts 5 als ‘goed’.
Ook de Global Biodiversity Outlook waarschuwt dat het niet halen van de biodiversiteitsdoelen de Duurzame Ontwikkelingsdoelen voor 2030 van de Verenigde Naties en het klimaatakkoord van Parijs bedreigt. Het is volgens de Global Biodiversity Outlook niet te laat de trend te keren, maar deze ommekeer vereist ‘een heruitvinding van de manier waarop we gezamenlijk produceren, consumeren en leven’. In mei 2019 brengt het biodiversiteitspanel van de Verenigde Naties IPBES (Intergouvernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystems) haar Global Assessment Report on Biodiversity and Ecosystem Services uit. Door menselijk toedoen is het nog nooit in de menselijke geschiedenis zo slecht gesteld geweest met de biodiversiteit gesteld dan nu. Van de 8 miljoen bekende planten en diersoorten dreigen 1 miljoen soorten de komende decennia uit te sterven. Wat door hun onderlinge verbondenheid grote invloed op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Global Goals) van de Verenigde Naties heeft, unaniem aangenomen in 2015 in een 2030 Agenda Voor Duurzame Ontwikkeling.
De teloorgang van de biodiversiteit betekent dat 80% van deze 17 Global Goals niet gehaald dreigen te worden. Om deze trend tegen te gaan bepleit het IPBES een wereldwijde ‘transformatieve verandering’, een fundamentele systeembrede regorganisatie, swars door technologische, economische en sociale factoren, inclusief paradigma’s, doelen en waarden. Een verandering die ‘wegstuurt van het huidige beperkte paradigma van economische groei’. Opvallend is dat het IPBES rapport begint met de constatering dat ‘natuur’ verschillende concepten belichaamt voor verschillende mensen, zoals ‘Moeder Aarde’ en overeenkomstige concepten. Waar bovengenoemde Chinese auteurs stellen dat de idee van een ‘Ecologische Beschaving’ gedeeld wordt door verschillende culturen wereldwijd, als in de idee van ‘Moeder Aarde’, ‘Gaia’ (Zuid Amerika) en ‘Brahman’ (India).
COVID-19
In de COVID-19 pandemie gloorde een betere toekomst. De ‘lockdowns’ lieten – aldus de World Health Organization in haar ‘Manifest voor een gezond herstel van COVID-19’ (mei 2020) – behalve een stilgevallen economie en ontwrichte levens, ook ‘een glimp van een mogelijk betere toekomst’ zien. Door schone lucht in te kunnen ademen, en het weer kunnen zien van blauwe luchten en helder water.
Opiniepeilingen over de heel de wereld tonen, aldus het manifest, dat mensen het positieve dat uit deze crisis is voortgekomen willen behouden. Dat teruggaan naar ‘normaal’ niet goed genoeg is. Omdat dit ‘normaal’ van een economie die bespaart op natuurbescherming, gezondheidssystemen en sociale vangnetten een ‘valse economie’ is gebleken.
De eerste lakmoesproef of we deze valse economie achter ons hebben gelaten is de Verenigde Naties conferentie over klimaatverandering (COP 26) van 31 oktober tot 12 november 2021 in Glasgow. Premier Mia Amor Mottley van Barbados roept Code Rood uit, omdat de opwarming van de aarde voor haar eiland een doodvonnis betekent omdat het zal verdrinken. Zij roept de wereld op het ‘pad van hebzucht en egoïsme’ dat leidt tot onze gezamenlijke ondergang te verlaten. Maar haar oproep valt, door de vrijblijvendheid van de afspraken in het Glasgow Klimaat Pact, in dovemans oren. Het Gloasgow Klimaat Pact laat het eiland Barbados van premier Mottley gewoon verdrinken. Alok Sharma, Brits voorzitter van COP26, voelt zich gedwongen zich te verontschuldigen bij de voorstelling van het slotakkoord, het Glasgow Klimaat Pact. “Het spijt me voor de wijze waarop de klimaatconferentie is verlopen”, “ik begrijp de diepe teleurstelling.“
Op 28 februari 2022 brengt het klimaatpanel IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) van de Verenigde Naties een rapport uit over de gevolgen van klimaatverandering voor mens en natuur. De kwetsbaarste mensen en ecosystemen op aarde worden het hardst geraakt. Het rapport leest als ’een atlas van menselijk lijden’, aldus Secretaris- Generaal António Guterres, die de wereldgemeenschap ‘crimineel leiderschap’ verwijt omdat deze er maar niet in slaagt in actie te komen. Van 6 tot 18 november 2022 vindt de COP 27 over klimaat plaats in Sharm El Seikh in Egypte. Een klimaatconferentie die in het teken staat van de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis en economische recessie, en bovendien overschaduwt wordt door de mensenrechtensituatie in Egypte. En waar klimaatactivisten geweerd worden.
Leven in harmonie met de natuur
Sharm El Seikh in Egypte is, saillant, ook de plaats waar in november 2018 de COP 14 conferentie ‘Investeren in Biodiversiteit voor Mens en Planeet’ plaats vond. Deze conferentie besluit dat het post-2020 mondiale biodiversiteitskader met een inspirerende en motiverende 2030 Missie gepaard moet gaan, als een ‘stepping stone’ naar een 2050 Visie ‘Leven in harmonie met de natuur’. Om deze 2050 Visie ‘Leven in harmonie met de natuur’ te realiseren in COP 15 stelt een voorbereidende dicussienota (januari 2019) de vraag wat ‘leven in harmonie met de natuur nu eigenlijk betekent: “Vraag: Wat, in reëel termen, omvat ‘leven in harmonie met de natuur’, wat zijn de implicaties hiervan voor de strekking en inhoud van het post- 2020 mondiale biodiversiteitskader, en welke acties zijn nodig tussen nu en 2050 om de 2050 Visie te realiseren?” En, gegeven het besluit om in COP 15 een inspirerende en motiverende 2030 missie te formuleren, hoe zou deze missie er uit moeten zien. “Vraag: Wat zouden de elementen en inhoud moeten zijn van een actiegericht 2030 ‘mission statement’ voor een post-2020 biodiversiteitskader?”
Een eerste antwoord op deze vragen wordt gegeven in een ‘zero draft’ post-2020 kader voor een mondiale biodiversiteit (januari 2020). Deze zero draft wil een ‘theory of change’ zijn en ‘transformatieve verandering’ bewerkstelligen, in aansluiting op het IPBES rapport The Global Assesment Report on Biodiversity and Ecosystem Services. Deze ‘theory of change’ van de zero draft wil met het oog hierop in de komende 10 jaar het verlies aan biodiversiteit stabiliseren, in de komende 20 jaar het herstel van natuurlijke ecosystemen bevorderen, en tegen 2050 verbeteren om de visie van ‘leven in harmonie met de natuur in 2050’ te realiseren. Daarvoor is, zo stelt de zero draft, urgente politieke actie op mondiaal, regionaal en nationaal nodig om de bestaande economische, sociale en financiële modellen te transformeren.
Met het oog hierop wil de ‘theory of change’ in de zero draft complementair en ondersteunend aan de ‘2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling van de Verenigde Naties zijn. Met als MISSIE: “Samenleving breed urgente actie te ondernemen om biodiversiteit op een pad van herstel te zetten ten voordele van mens en planeet.” En als VISIE: “In 2050, wordt biodiversiteit gewaardeerd, behouden, hersteld en wijs gebruikt, en worden ecosysteemdiensten in stand gehouden, die een gezonde planeet ondersteunen en essentiële voordelen verschaffen voor alle mensen.”
Eenheid van Natuur en Mens
Het is tegen deze formulering dat een aantal Chinese auteurs zich verzet in drie artikelen in National Science Review. Omdat deze formulering volgens hen getuigt van het antropocentrisch paradigma dat zich de voorbije twee eeuwen heeft ontwikkeld – gekenmerkt door een uitbuitende houding jegens de natuur. In dit antropocentrisch paradigma worden de mens en de natuur gezien als twee separate identiteiten met tegengestelde belangen. Natuur wordt gezien als waarde voor de mens en niet als gelijkwaardig met eigen behoeften en een eigen evolutionaire richting die gerespecteerd moet worden in een relatie van wederkerigheid. Nodig is een systematisch begrip van de relatie tussen mens en natuur, en een fundamentele verschuiving van de mens te zien als geïsoleerd in een competitieve wereld naar integraal deel uitmakend van een onderling verbonden samenleving en biosfeer. De aan het Taoïsme ontleende ‘Eenheid van Natuur en Mens’.
De COVID-19 pandemie heeft – aldus deze Chinese auteurs – aangetoond dat we onlosmakelijk verbonden zijn met de ecosystemen waarin we leven, en onze toekomst afhangt van of we een nieuwe en meer harmonieuze relatie met de natuur kunnen realiseren. Ook het concept van ‘Ecologische Beschaving’ wil een middel tot ‘transformatieve verandering’ zijn om een gemeenschappelijke toekomst voor al het leven op aarde te bewerkstelligen. Een middel om de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties te realiseren, evenals het doel van leven in harmonie met de natuur op een wijze die de uiteenlopende nationale contexten respecteert. Maar, ook al zoeken beide naar het verbeteren van de relatie van de mensheid met zijn natuurlijke leefomgeving, de Duurzame Ontwikkelingsdoelen en het concept van Ecologische Beschaving zijn volgens deze Chinese auteurs niet identiek. Weliswaar komen de principes van Ecologische Beschaving sterk overeen met de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, maar binnen het concept van Ecologische Beschaving ligt de nadruk ook op politieke en culturele aspecten, evenals op het definiëren van een nieuwe relatie
tussen mensheid en natuur vanuit de oude Chinese filosofie van het Taoïsme. De Ecologische Beschaving benadering wil dan ook meer zijn dan een pragmatische afhankelijkheid van de waarde van ecosysteemdiensten, en het onderliggende conceptuele kader van het 2011-2020 Strategic Plan van de Convention on Biological Diversity ter discussie stellen. Realisering van de 2050 Visie zou weliswaar een verbetering zijn, maar is nog onvoldoende: “Wij beweren dat de huidige 2050 Visie niet voldoende zal zijn als drijvende kracht voor transformatieve verandering. Verder beweren wij dat menselijke ontwikkeling niet gescheiden kan worden van behoud en gebruik van biodiversiteit. Cruciaal is een fundamenteel begrip van de juiste balans in de relatie tussen natuur en mens. Dit is het startpunt dat precies de grondslag legt voor elk ambitieus en effectief strategisch plan voor het behoud van biodiversiteit.”
Maar waarom zouden wij Chinese auteurs geloven? Het thema ‘Ecologische Beschaving’ is immers sinds 2012 de kern van het Chinese beleid gepropageerd door president Xi Jinping, die recent van autocraat tot regelrechte dictator is geworden. De valkuil bij de Chinese auteurs ligt in de ‘nadruk ook op politieke en culturele aspecten’ in het idee van een ‘Ecologische beschaving’, denkend aan bijvoorbeeld de onderdrukking van de Oeigoeren in concentratiekampen. En China is met afstand de grootste vervuiler van deze wereld, die in het Glasgow Klimaat Pact op het laatste moment het steenkoolverbruik onder druk van China veranderd heeft van ‘uitfasering’ in ‘geleidelijk afbouwen’. De laatste dus om ook maar enigszins recht van spreken te hebben om een ander minder ‘hebzuchtig en egoïstisch’ (Mottley) paradigma te introduceren in de idee van een ‘Ecologische Beschaving’, gebaseerd op de oude Chinese wijsheid van het Taoïsme. Maar is dat alles voldoende reden om de stelling van deze Chinese auteurs dat de Westerse 2050 Visie ‘Leven in Harmonie met de Natuur’ in essentie antropocentrisch is af te doen als enkel Xi retoriek? De vraag is in hoeverre het Westerse ideaal van ‘een leven ‘in harmonie met de natuur’ in het kader van een duurzame ontwikkeling ook daadwerkelijk in essentie antropocentrisch is.
Duurzame ontwikkeling
Om deze vraag te kunnen beantwoorden moeten we terug naar de Verenigde Naties Conferentie over het Menselijk Milieu in 1972 in Stockholm (Zweden), de eerste van een reeks Verenigde Naties conferenties die uiteindelijk resulteert in het begrip ‘duurzame ontwikkeling. Met voorafgaand een rapport getiteld ‘Alleen één aarde’. Dit rapport lijkt in eerste instantie te getuigen van een ecocentrische grondslag: “Maar terwijl het mogelijk is dat de homo sapiens voort kan leven als een biologische soort na de verarming en verknoeiing van de natuur, zou de Mens lang zijn menselijkheid kunnen bewaren in een ontwijd milieu?”. Maar al snel komt de ideologische aap uit de mouw: “Er zijn er die beweren dat de enige manier waarop het probleem van de milieuverbetering opgelost kan worden, het vertragen van het tempo van de economische groei is, een redenering die een aantal zeer irrationele elementen bevat. (..) Hier lijnrecht tegenover staan degenen die beweren dat de essentie van het systeem juist de vernieuwing is, de jacht naar het voordeel boven de concurrenten, de hoop op een grotere winst die volgt op succes, de speurtochten naar dat ‘betere’ waarvoor de mensheid zich een weg zal banen naar de deur van de uitvinder.
Neem deze uitdaging weg, dit motief om werkelijk productieve winsten te maken, en de rijkdom zal niet toenemen, de rijkdom waarmee de steden herbouwd worden, de lucht en het water gereinigd en de gewone burger de consumptiegoederen krijgt waarvan hij, zo te zien althans, nog niet genoeg heeft.” Uiteindelijk vinden we al in ‘Alleen één aarde’ de kiem van het antropoceen in het denken over een duurzame ontwikkeling. Het rapport ziet mogelijkheden tot ‘aanhoudende economische groei’, door de corrigerende werking van de markt naarmate de schaarste in de prijs tot uitdrukking komt, het essentiële vermogen van de industriële samenleving om ‘meer met minder’ en de substitutie van schaarse grondstoffen door de wetenschap, en stabilisering van de wereldbevolking door ontwikkeling naar Westers model.
De argumentatie in Only One Earth ligt – via de Commissie Brandt (1980) die een nieuwe economische orde bepleitte en de Commissie Brundtland (1987) die een nieuwe duurzame politieke orde bepleitte – ook ten grondslag aan de United Nations Conference on Environment and Development in 1992 in Rio de Janeiro. En daarmee aan het begrip ‘duurzame ontwikkeling’. Deze conferentie beoogde een Handvest voor de Aarde die, onder druk van zowel industriële als ontwikkelingslanden, is gedevalueerd tot een slotverklaring. Een Handvest voor de Aarde dat door Nederlandse filosoof Hans Achterhuis gekarakteriseerd werd als ‘ongegeneerd antropocentrisch’: “Het Handvest voor de Aarde gaat over mensen en milieu en totaal niet over de aarde en de natuur. De meeste artikelen hadden in verband met de sociaal-economische mensenrechten niet misstaan. Maar met respect voor de natuur, eerbied voor de aarde, bescherming van de biodiversiteit, gevoel voor planten en dieren hebben zij niets te maken. In de milieufilosofie onderscheidt men een schaal van verschillende grondhoudingen van de mens ten opzichte van de natuur, die zich tussen de uitersten van antropocentrisme en ecocentrisme beweegt.
Bij de eerste soort houdingen, waarin de mens centraal staat, behoort een beheersethiek, Bij de tweede, die de eigen waarde van de natuur in meerdere of mindere mate erkennen, vinden we eerder een ethiek die de verbondenheid van de mens met zijn niet-menselijke medebewoners van de aarde tot uitdrukking probeert te brengen. Welnu, ik ken weinig teksten die zo ongegeneerd antropocentrisch zijn als het Handvest voor de Aarde. De andere soorten verschijnen er slechts in als ‘hulpbronnen voor economische ontwikkeling en economische groei’. In geen van de 27 artikelen uit het Handvest wordt ook maar gesuggereerd dat ze uit zichzelf enige waarde hebben. (..) Het paradoxale is dat het Handvest voor de Aarde wel eens het einde zou kunnen betekenen van de aarde zoals die door elke generatie voor ons beleefd is. Ze wordt hier openlijk gereduceerd tot een economisch/ technologisch te beheren geheel van hulpstoffen en grondstoffen, veranderd in menselijk milieu.” (H. Achterhuis, de Volkskrant, 30 mei 1992)
Dit antropocentrisme vinden we opnieuw in 2012 bij de Verenigde Naties Conferentie ‘De Toekomst Die We Willen’ in opnieuw Rio de Janeiro – ook wel de Rio+20 conferentie genoemd – die in het teken staat van een ‘Groene Economie’, gebaseerd op het ‘Green Economy Report’ (UNEP, 2011). Ontwikkelingslanden zien dit concept van een Groene Economie als een ‘groen economisch monster’ dat enkel dient om de crises van de Westerse landen op te lossen. Edgardo Lander, van de Universidad Central van Venezuela, typeert het concept als ‘een wolf in schaapskleren’, doordrenkt van ‘instrumenteel antropocentrisme’ dat niet in staat is zelfs maar te overwegen dat deze crises een gevolg kunnen zijn van de groeiende macht van de financiële markten en het onderwerpen van elke andere sociale logica – democratie, gelijkheid, solidariteit of zelfs het behoud van het leven – aan winstmaximalisatie.
Het is niet in staat is “verder te kijken dan het neoliberale fundamentalisme dat zelfs niet de mogelijkheid kan overwegen dat mensen zich op een andere manier met hun omgeving kunnen verhouden, noch de betekenis van andere kosmovisies en/of culturele patronen onderzoeken, zoals die gebaseerd op de erkenning van de rechten van de natuur of van onze Moeder Aarde.” Soortgelijke kritiek vinden we op de resolutie Onze Wereld Transformeren: de ‘2030 Agenda Voor Duurzame Ontwikkeling’, unaniem aangenomen door de Verenigde Naties op 25 september 2015, die een nieuwe benadering voorstaat. Maar naar de mening van de Reflection Group on the 2030 Agenda for Sustainable Development helemaal geen nieuwe benadering is.
Omdat deze nog steeds in het teken van het overheersende neoliberale paradigma staat, waarin de obsessie met groei de drijfveer verschaft om de natuur te exploiteren, de biodiversiteit uit te putten en haar diensten te ondermijnen. Ook het begrip ‘duurzame ontwikkeling’ is volgens Nederlands filosoof Ton Lemaire in ‘De val van Prometheus. Over de keerzijde van de vooruitgang’ (2010) een ‘wolf in schaapskleren’: “Het idee van een ‘duurzame ontwikkeling’ klinkt geruststellend maar breekt niet met het idioom van ontwikkeling, met het bbp als maatstaf; het is een wolf in schaapskleren die de dynamiek van het technisch industriële bestel onverlet laat.” Een technisch industrieel bestel dat door Lemaire wordt gekarakteriseerd als het rijk Absurdistan.
De Kunming Verklaring
Het Antropoceen is een fel bediscussieerde term, geïntroduceerd in 2000 door Nederlands Nobelprijswinnaar atmosferisch chemicus Paul Crutzen, die aangeeft dat met de totale beheersing van de natuur door een arrogante mensheid sinds de industriële revolutie we in een nieuw geologisch tijdvak zijn gekomen met een nieuwe, 6e massaextinctie in de evolutie. Kan een Ecoceen op basis van een Ecologische Beschaving vanuit het Taoistische idee van de Eenheid van Natuur en Mens een nieuw geologisch tijdvak gaan vormen?
De Kunming Verklaring van de voorbereidende conferentie op de COP 15 ‘Ecologische Beschaving – een gedeelde toekomst voor al het leven op aarde’ doet het ergste vrezen. Het thema ‘Ecologische Beschaving’, sinds 2012 de kern van het Chinese beleid gepropageerd door president Xi Jinping, wordt al snel geschrapt door de Westerse landen als te politiek beladen. De resulterende Kunming Verklaring neemt uiteindelijk slechts kennis van het thema van de conferentie, in de 16e en laatste van haar inleidende opmerkingen. Als 1e van de inleidende opmerkingen in de Kunming
Verklaring wordt verwezen naar de 2050 Visie ‘Leven in harmonie met de natuur’. En om deze 2050 Visie te realiseren, zo stelt de Kunming Verklaring in haar 2e inleidende opmerking, moeten we uitgaan van de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling. Nergens in de verklaring wordt verder ingegaan op het begrip ‘Ecologische Beschaving’. De Kunming verklaring spreekt, verwijzend naar het IPBES Global Assessment Report on Biodiversity and Ecosystem Services rapport, haar zorg uit dat het voortgaande verlies aan biodiversiteit de Duurzame Ontwikkelingsdoelen in gevaar brengen. En benadrukt, net als het IPBES rapport de noodzaak van urgente actie voor een transformatieve verandering. Maar benadrukt tegelijk dat biodiversiteit en ecosysteemdiensten ten grondslag liggen aan de gezondheid en welzijn van mens en planeet, economische groei en duurzame ontwikkeling.
Daar waar het IBES rapport bepleitte om ‘weg te sturen van het huidige beperkte paradigma van economische groei. En nergens wordt verwezen naar de constatering in het IPBES rapport dat ‘natuur’ verschillende concepten belichaamt voor verschillende mensen, zoals ‘Moeder Aarde’ en overeenkomstige concepten. Enkel verwijzend naar het rentmeesterschap aangaande biodiversiteit van inheemse bevolkingsgroepen. Waar Chinese auteurs stellen dat de idee van een ‘Ecologische Beschaving’ gedeeld wordt door verschillende culturen wereldwijd, als in de idee van ‘Moeder Aarde’, ‘Gaia’ (Zuid Amerika) en ‘Brahman’ (India). Het Westerse antropocentrische paradigma blijft dominant.’
LITERATUUR
– Achterhuis, H., In elke utopie sluimert een nachtmerrie, de Volkskrant, 2 april 1994 Fuwen Wei
– Tianxiao Ma, Yisi Hu, Meng Wang, Lijun Yu, Fuwen Wei, Unity of Nature and Man: a new vision and conceptual framework for the Post-2020 Global Biodiversity Framework, National Science Review, July 2021
– Fuwen Wei , Shuhong Cui, Ning Liu, Jiang Chang , Xiaoge Ping, Tianxiao Ma, Jing Xu , Ronald R Swaisgood , Harvey Locke, Ecological Civilization: China’s effort to build a shared future for all life on Earth, National Science Review, November 2020
-Keping Ma, Fuwen Wei, Ecological civilization: a revived perspective on the relationship between humanity and nature, National Science Review, July 2021
Lander, E., The Green Economy: the Wolf in Sheep’s clothing, november 2011 Lemaire, T., De val van Prometheus. Over de keerzijde van de vooruitgang, 2010
Martens, J., The 2030 Agenda – a new start towards global sustainability?, in: Spotlight on Sus- tainable Development 2016. Reflection Group on the 2030 Agenda for Sustainable Development, 2016
United Nations
– Only One Earth. The Care and Maintenance of a Small Planet, Un unofficial report commissioned by the Secretary-General of the United Nations Conference on the Human Environment, 1972
– Declaration of the United Nations Conference on the Human Environment, The United Nations Conference on the Human Environment, having met at Stockholm, 16 Juni 1972
– North-South: A Programme For Survival, The Report of the Independent Commission on International Development Issues, 1980
– Report of the World Commission on Environment and Development: Our Common Future, 1987
– Rio Declaration on Environment and Development, The United Nations Conference on Environment and Development, 14 juni 1992
– The Future We Want, Submitted by the Co-Chairs on behalf of the bureau in accordance with the decision in Prepcom 2 to present the zero-draft of the outcome document for consideration by Member States and other stakeholders no later than January 2012, United Nations, January 10, 2012
– Resolution adopted by the General Assembly 66/288 The Future We Want, 123rd plenary meet- ing, United Nations, 27 July 2012
– Resolution adopted by the General Assembly on 25 September 2015, A/70/L.1, 70/1., Transfor- ming our world: the 2030 Agenda for Sustainable Development, United Nations, 2015
– IPBES Global Assessment Report Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services, 2019
- Convention on Biological Diversity, Post-2020 Global Biodiversity Framework: discussion paper,
CBD/POST2020/PREP/1/1/25-01-2019
- Convention on Biological Diversity, Zero Draft of the Post-2020 Global Biodiversity Framework,
CBD/WG2020/2/3, 06-01-2020
– The Global Biodiversity Outlook 5 (GBO-5), UN Convention on Biological Diversity (CBD), 2020
- Kunming Declaration ‘Ecological Civilization: building a shared future for all life on Earth’,
CBD/COP/15/5/Add.1 13 October 2021
– IPPC Sixth Assessment Report, Climate Change 2022: Impacts, Adaptation and Vulnerability‘,
Intergovernmental Panel on Climate Change, 2022
World Health Organization, WHO Manifesto for a healthy recovery from COVID-19, 26 mei 2020