Houdingen tegenover de natuur (9)

4.6. De mens met het besef van eenheid of één-zijn met de natuur.

Bedoeld wordt hier een houding die berust op een ervaring van eenheid met de natuur, een houding die verder of dieper gaat dan wat we aan eenheid met de natuur al aantroffen bij de houding van de participant. Het (vorige) participatiemodel heeft volgens Zweers een belangrijke spirituele dimensie, die van de ‘ecologische spiritualiteit’. Die grondhouding heeft veel te maken met de ‘deep ecology’ stroming zonder daarmee samen te vallen. Een spiritualiteit die immanent, van binnen, beleefd wordt. Een aardse spiritualiteit, gekenmerkt door een wereldlijke benadering, zoals ook door de filosoof Nietzsche al werd gepropageerd met zijn “De aarde is ziek en die ziekte heet de mens; blijf de aarde toch trouw!”
De ervaring van één-zijn met de natuur echter treft men o.a. aan bij mystici. Deze ‘Unio Mystica’ voert die spiritualiteit verder in een religieuze ervaring van een transcendente verbondenheid, een verbondenheid die ons materiële bestaan overstijgt. De grondhouding van ‘Unio Mystica’ kun je als een soort utopie beschouwen. Maar, zegt Zweers, wat zouden we zijn zonder utopieën?”
Onze tijd vraagt er om, aldus Joop van Hezik in zijn ‘500 jaar Utopia en More’, dat we de als vanzelfsprekendheid beschouwde gestolde kapitalistische utopie openbreken met (tegen)utopieën. Met een utopie van de duurzaamheidsbalans.
En in zijn ‘The end of Nature’, zegt natuurwetenschapper McKibben:”We hebben een broeikas gebouwd. We hebben de natuur beroofd van haar zelfstandigheid sinds het veranderen van het klimaat. De mens heeft iedere plaats op aarde een kunstmatig stempel opgedrukt en zo het einde van de natuur teweeggebracht Door invloed uit te oefenen op alles wat zich op aarde afspeelt hebben we haar gedomestificeerd en de aarde haar onafhankelijke karakter ontnomen, haar identiteit! We zullen in symbiose met de aarde moeten gaan leven, als we willen overleven als mensheid, op weg naar een Atopia, vanuit economische groei en ongebreidelde consumptie naar door eenvoud gekenmerkte materiële behoeften en ‘volstaan met genoeg’, naar een drastische herverdeling van de welvaart en kleinere wereldbevolking, die een geringer beroep doet op de natuurlijke hulpbronnen”
EINDE
Hans Pijnaker

Scroll naar boven