Tilburg, 6 mei 2024
Aan:
Gemeente Tilburg
t.a.v. mevrouw A. Blom
Via mail: alieke.blom@tilburg.nl
Kenmerk: Tb 04-2325-fd
Betreft: Reactie natuurorganisaties op conceptversie 2 Sessies landbouw Koersdocument
d.d. 30-04-2024.
Geachte mevrouw Blom, beste Alieke,
Mede namens Brabants Landschap, Vereniging Natuurmonumenten en Biodiversiteitsteam Oisterwijk reageert de Brabantse Milieufederatie (BMF) hierbij op de conceptversie 2 Sessies landbouw Koersdocument d.d. 30 april 2024.
0.0 Algemeen
- Wij merken op dat wij tot op heden de notulen van ons gezamenlijk overleg op 17 april jl. in Haaren niet ontvangen hebben. Het is daarom lastig om te reageren op tekstwijzigingen zonder de notulen van ons overleg erbij te hebben. We zien ook niet alle gespreksonderwerpen terug in de gewijzigde tekst.
- Daarnaast zouden wij graag inzicht krijgen in het verdere verloop van het proces. Wat gaat er met onze reactie gebeuren en wat is het vervolg?
- Het valt ons op dat de ZLTO en Treeport zeer nauwkeurig naar elk woord gekeken hebben en op tal van plaatsen zijn woorden in ‘hun voordeel’ aangepast, vermoedelijk in de zoektocht om maxi- male speelruimte te creëren. Het is aan de colleges om hier in het verdere proces grenzen aan te stellen en tegenwicht te bieden.
0. Leerpunten proces
Geen opmerkingen
1. Thema: status en haalbaarheid koersdocument
Aan het eind van punt 1.5 ‘Waar nodig zullen alsdan ambities worden bijgesteld.’
Wij willen hier graag toegevoegd zien: waarbij evenwicht tussen ‘groen’ en ‘rood’ de basis blijft.
Verder zouden we hier graag willen toevoegen:
Om de voornemens om tot verbindingszones te komen tussen de Loonse en Drunense Duinen, Oisterwijkse bossen en Kampina en de Brand naar Kampina, dient een voorbereidingsbesluit genomen te worden, om te voorkomen dat deze zones in dichtslibben en contraproductieve besluiten worden genomen.
2. Thema verstedelijking
Wij adviseren de term ‘Natuurcompensatie’ sec te gebruiken daar waar natuur wordt aangetast. Definieer wanneer dit wel aan de orde is. Wij rekenen erop dat minimaal de spelregels uit de provinciale verordening ruimte worden toegepast.
Verder willen wij toegevoegd zien: De reeds aanwezige landschapselementen in het gebied, zoals houtwallen bosschages, poelen, zijn uitgangspunt en vormen de basis bij herontwerp van het gebied.
3. Thema water
- Wij vragen ons af wat wordt bedoeld met de toevoeging ruimtelijk en wat de afweging is om dit op te nemen? Ruimtelijke ontwikkelingen zijn voor ons ook teeltwisselingen binnen de landbouw.
Nadere afstemming met het waterschap is gewenst, o.a. over het nagaan van concrete afspraken rondom KRW. De natuurorganisaties nemen hier graag meer inhoudelijk kennis van. BMF zal hier- voor het aanspreekpunt zijn. Het voorstel ligt er nu om de beekdalen van de Roomleij en Capucij- nerloop niet meer als beekdal op de kaart te zetten. Voor het deel van de Roomleij bovenstrooms van Udenhout is dit aannemelijk, maar benedenstrooms van Udenhout niet. Beide waterlopen monden uit in Natura2000-gebied en Natte Natuurparel De Brand. Dit gebied is gebaat bij vol- doende water en van goede kwaliteit. Opname als beekdal waarmee dan vermindering van meststoffen en bestrijdingsmiddelen gerealiseerd kan worden, is dan nodig.
4. Thema Natuur en Landbouw
- Wij kunnen als Natuurorganisaties niet akkoord gaan met de hier voorgestelde wijzigin- gen. De definitie die BoerenNatuur-Brabant hanteert moet terug in het document. Dit is voor ons een hard punt. Wij hebben grote moeite met de vage omschrijvingen die nu geformuleerd zijn. Met betrekking tot biodiversiteit moet minstens worden voldaan aan ‘Basiskwaliteit Natuur’. Met betrekking tot het pesticiden gebruik willen wij niet ‘terugdrin- gen’ maar ‘afbouwen’. Verder maken wij bezwaar tegen het schrappen van opsommingen ‘zoals agroforestry, kweekbossen, voedselbossen en andere vormen van verbreding’.
Aanvullingen in de tekst zijn tevens cursief weergegeven op deze alinea:
‘Een creatieve invulling, oplossing en verwevenheid blijven mogelijk als het aantoonbaar
invulling geeft aan de doelen die voor het gebied zijn geformuleerd.’
- Er wordt gesteld dat het gebied bij nader inzien geen 7.200 ha behelst, maar 6.300 ha. In onze berekening gaat het dus om een afname van 12,5% van het gebied. Het is dan ook vreemd dat de nieuwe natuur vervolgens van 500 ha naar 400 ha gaat, een afname
van 20%. Wij gaan niet akkoord met de nieuwe getallen en gaan uit van 500 ha – 12,5% = 437,5 ha voor nieuwe natuur. Ons voorstel is: nieuwe natuur 437 ha, waarvan 37 ha beschikbaar voor het experiment met de boomtelers.
Zolang het experiment niet heeft plaatsgevonden, is er in het totaal van het plan geen areaaluitbreiding boomteelt aan de orde.
Het lijkt er op dat de bekostiging van de nieuwe natuur komt uit bestaande regelingen/ opgaven. Realisatie EVZ is naar onze mening onvoldoende geborgd. Vandaar ons voor- stel hiervoor voorbereidingsbesluiten te nemen.
Tenslotte merken wij op dat een definitie voor boomteelt ontbreekt. Het gaat wat ons be- treft ook over coniferen, bollen, graszoden en vaste planten etc. Wij vinden het van belang dat een definitie aan het stuk wordt toegevoegd.
Naar aanleiding van de herberekening gaan wij ervan uit dat in het hele stuk de 400 ha wordt vervangen door 437 ha.
Pilot
De BMF is namens de natuurorganisaties vast aanspreekpunt voor het verdere proces en nadrukkelijk ook voor de nadere afstemming over de pilot boomteelt, om in combinatie met de natuurambitie hier nadere procesafspraken over te maken.
Wat betreft de combinatie boomteelt en natuurontwikkeling: we verwachten objectivering binnen die Natuurinclusief-pilot. Dat is ook de reden waarom de BMF graag betrokken wil zijn bij die pilot.
5. Thema economie
Wij zien de recreatieve druk steeds verder toenemen in bepaalde delen van het gebied. Verdien- modellen voor de landbouw moeten niet tot gevolg hebben dat de recreatieve druk in nu al onder druk staande gebieden verder toeneemt.
Tot zover onze reactie op de conceptversie 2 Sessies landbouw Koersdocument d.d. 30 april 2024. We zijn als natuurorganisaties uiteraard graag bereid om onze reactie nader toe te lichten.
Met duurzame groet,
Mede namens Brabants Landschap, vereniging Natuurmonumenten en Biodiversiteitsteam Oisterwijk
Femke Dingemans,
directeur-bestuurder Brabantse Milieufederatie