MINDER STIKSTOF (3)

DE BIOSFERISCHE ATMOSFEER  EN HET NAOBERSCHAPSGEVOEL

Recentelijk las ik een publicatie van ons eigen KNMI in de Bilt met de nu voor deze tijd  wel erg aansprekende titel AANHOUDEND WARM; klimaatvoorspellingen vanuit De Bilt (redactie H. Tenekes en G.P.Können, Thieme,1990). Een bijzonder helder boek voor een breder publiek, weliswaar stammend uit 1990, maar natuurkundige en scheikundige wetten veranderen niet, worden alleen maar duidelijker voor ons. Ik kijk met verlangen uit naar een bijgewerkte herdruk.

Dit boek gaat over het klimaat en dus  over de atmosfeer, de gasvormige schil rondom onze planeet. Dit gasvormige schild is maar enkele kilometers dik. De zware Aarde zorgt voor de zwaartekracht, die juist voldoende is om de vluchtige atmosfeer vast te houden zodat die niet ontsnapt, zo begint de inleiding.  Dat dunne laagje atmosfeer is voor ons van levensbelang, legt de auteur en voormalig hoofd van de afdeling Fysische Meteorologie, klimaatwetenschapper van Ulden, uit.  De scheikundige samenstelling is perfect, zegt hij. Zuurstof is ruim aanwezig en water(damp) is het tweede noodzakelijke bestanddeel. Stikstof, dat nodig is voor de opbouw van levende organismen, is het hoofdbestanddeel van onze atmosfeer. Het bepaalt onze atmosferische luchtdruk en zorgt daarmee voor een chemisch vervoermiddel van warmte en van het vocht uit de verdampende oceanen. De hoge luchtdruk houdt de windsnelheid in toom en draagt zo bij tot de leefbaarheid op de planeet Aarde.

Naast deze gassen, legt de auteur uit, zijn er nog kleinere concentraties van andere moleculen te vinden, zoals ozon en kooldioxide. Ozon houdt de ultraviolette straling van de zon tegen, een straling die allerlei scheikundige verbindingen van organismen stuk maakt. Zonder de bescherming van ozon zouden de continenten vrijwel onleefbaar zijn.

Kooldioxide houdt als een soort deken rondom de planeet de zonnewarmte vast, maar helaas in de huidige tijd óók allerlei de aarde opwarmende  broeikasgassen. Zonder kooldioxide zou de temperatuur op de planeet Aarde 30 graden lager zijn dan nu. Zonder deze beschermende gassen zou leven in de huidige vorm onmogelijk zijn.  De balans is perfect en het lijkt of de atmosfeer speciaal voor ons is gemaakt, zegt van Ulden. Maar dat is niet zo. Leven en atmosfeer horen op onze planeet onverbrekelijk bij elkaar en beïnvloeden elkaar, heeft de geofysicus James Lovelock ons al eerder uitgelegd. Organismen nemen stoffen op ( eten stoffen op) en scheiden andere stoffen uit( poepen andere stoffen uit).  Hun aanwezigheid zorgt onvermijdelijk voor verandering.

EERSTE MILIEURAMP

De geschiedenis van het leven en de atmosfeer is getekend door hun wisselwerking. Twee miljoen jaar geleden waren de omstandigheden gunstig om leven van een bepaald type te ontwikkelen en dit ontstond in de oceaan, eerst als bacteriën, later als algen en planten.

De toenmalige atmosfeer en dus ook de oceaan bevatte vrijwel géén zuurstof, maar bestond uit een mengsel van waterdamp, stikstofgas, methaan, ammoniak, waterstof e.d. De in deze vroegere fase levende anaërobe ( géén zuurstof gebruikende) prokaryoten ofwel kernloze ééncellige organismen betrokken hun energie (voeding)  uit gistingsprocessen. Maar na verloop van tijd kwamen bij bepaalde typen prokaryoten, met name de blauwe algen, fotosynthetische processen in gang. Daarbij werden kooldioxide en water onder invloed van het zonlicht in koolhydraten omgezet onder afgifte van zuurstof als afvalproduct.

Deze organismen poepten dus een stof (zuurstof) uit, die voor henzelf giftig was. Eerst gebeurde dit slechts op geringe schaal, maar met het toenemen van het aantal van deze organismen hoopte die ( voor hen giftige) zuurstof zich steeds meer op in de oceaan en de atmosfeer.

Een milieuramp van ongekende omvang was uiteindelijk het gevolg, doordat de omgeving door de nieuwe stof voor de toenmalige organismen giftig en onleefbaar werd en ze derhalve door eigen toedoen gedoemd waren te sterven en te verdwijnen. Het eerste grote sterven was begonnen.

TWEEDE MILIEURAMP

Eén miljard jaar geleden was het zuurstofgehalte van de  atmosfeer nog maar 1 procent, maar geleidelijk werd er steeds meer zuurstof ‘uitgepoept’.

Hoog in de atmosfeer ontstond uit de zuurstof nog een nieuw gas: ozon. Dit gas hield de dodelijke ultraviolette straling van de zon tegen, zodat naast de oceanen ook de continenten leefbaar werden. Daar konden zich planten en dieren ontwikkelen, die op hun beurt ook voor meer zuurstof , meer ozon en dus voor nog leefbaardere omstandigheden zorgden.

Een biochemische milieuramp van bovengenoemde omvang heeft zich niet meer voorgedaan en de samenstelling van de atmosfeer is de afgelopen 500 miljard jaar ongeveer hetzelfde gebleven. Het klimaat bleef heel lang onveranderd. Hoog aangepaste levensvormen konden zich normaal ontwikkelen en zich verder uitbreiden.

Maar de basis van een stabiel klimaat is wankel, vertelt van Ulden, want ze wordt in stand gehouden door subtiele processen in atmosfeer en oceaan, die gemakkelijk worden verstoord. Kantelmomenten in het klimatologische systeem liggen steeds op de loer.  Van tijd tot tijd deed zich dat ook voor (meteorietinslag) met als gevolg het uitsterven van een massaal (!)aanwezige soort, bijvoorbeeld de dinosauriërs en de trilobieten, een zogenaamde oceaanbodemkruiper., van welke soorten we nu  nog fossiele resten kunnen vinden in de bodem van onze planeet.

Na dit soort biochemische en biologische rampen kreeg vervolgens weer een andere soort de kans om zich te vermeerderen en bezit te nemen van de Aarde, zoals uiteindelijk de Mens.   

NOGMAALS EEN KANTELMOMENT EN MILIEURAMP?

De toename van het aantal mensen vond plaats na de ijstijd en is vooral de laatste honderd jaar explosief geworden. De atmosferische samenstelling (toename van zuurstof) en het klimaat waren er gunstig voor en ook de toenemende mogelijkheid om ons tegen vijandig weer te wapenen.

Maar zoals iedere soort tot nu toe, scheidt ook de mens nieuwe stoffen af die zijn expansie kunnen beperken, net zoals bij de eerste anaërobe géén zuurstof gebruikende bacteriën. We hebben gezien dat op plaatsen waar de grens  van onleefbaarheid werd bereikt (teveel giftige zuurstof,meteorietinslag en daarop volgende nucleaire winter) de groei van de dominante soort stopte. Hetzelfde zien we in de huidige tijd.

Maar de mens, anders dan zijn plantaardige en dierlijke voorgangers, produceert (‘poept’) niet alleen afvalstoffen via zijn biologische processen, maar ook via verbranding van fossiele brandstoffen (Industrie en verkeer) en via het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw en overbemesting in de veeteelt.

De verandering die wij nu veroorzaken is groter dan die van alle diersoorten samen. De massaliteit van de mensheid en de steeds stijgende industriële- en energieproductie veranderen de samenstelling van de atmosfeer opnieuw. Dit leidt opnieuw tot klimaatverandering, maar nu door onszelf veroorzaakt.

Atmosfeer en leven hangen samen, hebben we gezien, en die veranderingen kunnen zichzelf automatisch versterken. Als de planeet Aarde echt onleefbaar wordt voor de mens, krijgt een andere soort weer een kans. De planeet Aarde zal dan voor de mensensoort eindig geworden zijn, zo besluit deze auteur, klimaatwetenschapper en voormalige hoofd van de Afdeling Fysische Meteorologie van het KNMI in De Bilt, dr. A.P. van Ulden.

KLIMAATCRISIS OF EMPATHIECRISIS?

OVER HET NAOBESCHAPSGEVOEL

PAUL POLMAN.

Medio april 2024 las ik in Trouw een commentaar op de perikelen in de media over onze klimaatproblemen, afkomstig van de voormalige CEO van Unilever,  Paul Polman, die wat dieper inging op de werkelijke oorzaak van  de crisis.

De statistieken, zei hij, zeggen dat 80% van de soorten aan het uitsterven is. De mens kan er daar één van zijn als we op dezelfde voet doorgaan. Maar we denken te veel en  te vaak aan ons zelf. We weten hoe we de biodiversiteit moeten redden, maar kappen nog steeds bomen.

Van 90% van de problemen weten we al hoe we ze zouden moeten oplossen. Hier is een grote rol weggelegd voor het bedrijfsleven, zegt Paul Polman.

“De echte crisis is ons gebrek aan empathie!”, benadrukt hij.  

NAOBERSCHAPSGEVOEL

Of op zijn Brabants gezegd: Het naoberschapsgevoel voor elkaar ontbreekt!

Kijk maar eens naar de staat van  gezondheid van de Nederlandse bevolking. Uit recent onderzoek van Ipsos blijkt dat “1 op de 7  Nederlanders te weinig eten heeft, te weinig gevarieerd of gezond eten heeft of van beide niet genoeg heeft”.  (NRC 24 april j.l. Opinie p.18) .Deze schrijnende situatie is een direct gevolg van de marktwerking. Vrijwel de volledige voedselindustrie wordt gedreven door winstmaximalisatie. Bijna 80 procent van het voedselaanbod in de supermarkten valt niet in de Schijf van Vijf. En ondertussen keerden de drie grootste voedselbedrijven in Nederland 6,5 miljard euro aan dividend uit aan aandeelhouders in 2022.

Gezond eten zal niet van de industrie komen, zegt Floris Visser, oprichter van de stichting Public Food in dezelfde NRC. Public Food houdt zich bezig met voedselrechtvaardigheid in de Nederlandse samenleving. Gezond eten is voor ons allemaal een basisbehoefte en zou dus in de eerste plaats een basisvoorziening moeten zijn, geen commercieel handelswaar, zegt hij.  Maar gezond voedsel blijft duur en ongezond voedsel blijft goedkoop. De Tweede Kamer doet er nog steeds niets aan. Ziekmakend ongezond voedsel  blijft  nog steeds een dankbaar verdienmodel voor de industrie , voor haar geldschieters en voor haar lobbyisten.

Ook in het coalitieakkoord van ons nieuwe kabinet blijkt investeren in de gezondheidszorg een heikel punt (NRC 17/5 p.7). De PVV en BBB willen meer geld voor de zorg. Tegelijkertijd moeten er honderden miljoenen bezuinigd worden op publieke gezondheid. Preventie, inclusief sport en bewegen “moet meer centraal komen te staan”. Ook de aanpak van de personeelskrapte wordt “een grote prioriteit” genoemd, terwijl er tegelijkertijd 130 miljoen voor “zorgarbeidsmarktbeleid” per2026 wordt geschrapt.  Ook in de curatieve zorg (ziekenhuizen, huisartsen, ggz)   moet in 2028 structureel bijna 600 miljoen worden bezuinigd.

Betaalbaar gezond public food zou onze bevolking op den duur gezonder maken, de miljardenkosten van de medische zorg omlaag drukken, waardoor er aanzienlijk veel geld zou overblijven voor de aanpak van andere problemen.

Kortom: Wanneer we nu eens de boel zouden omkeren en het hoge BTW tarief op gezond voedsel, op groenten en fruit en andere producten in de Schijf van Vijf, zouden verlagen en het lage BTW tarief op ongezond voedsel ,met veel vetten, zout en suiker, waarvan de mensen ziek worden (pre-diabetes), zouden verhogen, dan worden de mensen geleidelijk minder  ziek, helpen we om de uit de pan vliegende kosten van de gezondheidszorg omlaag te brengen en houden we geld over voor de preventieve geneeskunde, zoals  sport, bewegen, aanpak van personeelskrapte in de zorg, welk laatste PVV en BBB voorstellen, maar VVD en NSC niet.  Dat zou pas naoberschap zijn.

Ik heb liever dit naoberschapsgevoel dan marktwerking als leidend verdienmodel, zowel ten behoeve van de medemens als ten behoeve van de natuur. Daar worden beiden beter van. Maar ook PvdA/GroenLinksers hebben dit empathiegevoel ofwel naoberschapsgevoel t.a.v. milieu, natuur en volksgezondheidsbeleid. Maar helaas blijven wij  mensen de andere mensen voor de herkenbaarheid  nog steeds  in aparte hokjes plaatsen, waardoor we elkaar nooit echt leren kennen en daardoor nog steeds niet  symbiotisch vriendschappelijk over elkaar kunnen en durven  nadenken en samenwerken. Het zij zo. De mensen blijven zo wel wantrouwende vreemdelingen voor elkaar. En dat is jammer.

Hans Pijnaker

Scroll naar boven