MINDER STIKSTOF (6)

“DAAR GELOOF IK NIETS VAN!”

Een alarmsignaal van de kant van een van onze jongere top-wetenschappers.

Vroeger kreeg niemand in de omgeving van Saer Samanipour en zijn ouders in Iran kanker. Tegenwoordig kent bijna iedereen wel iemand met de ziekte – voor hem zijn dat zijn ouders, oma en twee ooms. “Dit is niet gewoon pech”, zegt hij. “Daar geloof ik niets van! “

“Tweederde van de ziektegevallen wereldwijd is niet geheel te verklaren door genetica, maar moet gedeeltelijk worden veroorzaakt door omgevingsfactoren. Naar schatting  staat 16 % van de vroegtijdige sterfte in verband met vervuiling.”

Dat schrijft Dr. Saer Samanipour, milieuchemicus en hoofd onderzoeksgroep milieuvervuiling aan de Universiteit Amsterdam in het wetenschappelijk tijdschrift JACS, waarin hij in kaart brengt hoe slecht de toxicologie en veiligheidsautoriteiten zijn opgewassen tegen chemische massaproductie.  (NRC 26 aug.2024. Wetenschap. pag.17).

Schadelijke stoffen in het milieu worden pas ontdekt, zegt hij, wanneer het te laat is. Dat was bijvoorbeeld het geval bij PFAS en CFK’s die vanaf de jaren ‘50 grootschalig werden geproduceerd en decennia later de menselijke gezondheid of de ozonlaag bleken aan te tasten. Hij denkt dat milieuwetenschappers op een andere manier moeten zoeken naar problematische vervuilingen.

Het gevaar van al die vervuiling

De productie van chemicaliën is gigantisch, zegt hij. De wil is er wel om allerlei gevaarlijke stoffen op te sporen, maar het probleem is al gigantisch en de middelen zijn beperkt. Als je kijkt naar de chemische rampen in deze tijd, zoals PFAS,PCB’s en CFK”s ,  kun je alleen maar concluderen dat we die bij toeval hebben ontdekt, zegt hij.

 De vervuiling door PFAS is wereldwijd. En de blootstelling eraan is overal ter wereld te hoog. In 2021 heeft het RIVM al gezegd dat alle Nederlanders te veel ervan binnenkrijgen via voeding en drinkwater. Dat brengt het risico met zich mee van schade aan het immuunsysteem. Daarnaast zijn er tal van vervuilde gebieden rond fabrieken, waar de meeste zieken te vinden zijn. Rondom chemieconcern DuPont in de V.S. bijvoorbeeld kregen de bewoners kanker en stierven de koeien in de weilanden aldaar. Hetzelfde verhaal van PFAS geldt ook voor PCB’s, vervolgt hij. Het is door toeval dat we ontdekken dat diverse chemicaliën zo schadelijk zijn voor de mens. Mensen rond fabrieken met heel hoge blootstelling aan PFAS kregen kinderen met geboorteafwijkingen of zelfs doodgeboren kinderen. En pas dan ontdekken we  de giftige werking van deze stoffen. Het is pas recent dat we kunnen constateren dat de vruchtbaarheid van mannen hard achteruit gaat, vervolgt hij.

Er is weliswaar hier sprake van een correlatie, maar we zien toch steeds meer verbanden tussen chemicaliën in het milieu en stijging van mentale gezondheidsproblemen, diabetes, kanker, voortplantingsproblemen en afnemende werking van vaccins. Al die stijgingen van ziektes moeten wel iets te maken hebben met de verandering van leefwijzen, al is een oorzakelijk verband nog moeilijk te bewijzen. We zien nog tal van dingen over het hoofd, constateert hij. Het onderzoek richt zich op door mensen gemaakte stoffen, maar we zien niet de afbraakproducten die ontstaan na reacties door licht of door bacteriën.

Die afbraakproducten van chemische stoffen kunnen bij contact met andere chemische afbraakproducten ook weer nieuwe chemische stoffen opleveren die weer schade opleveren voor de volksgezondheid. Zo zijn  massa’s voor ons onbekende chemische stoffen helemaal niet meetbaar, omdat we ze niet eens kennen. Vandaar dat deze milieuchemicus zich steeds meer richt op  het ‘exposoom’ (de reeks van lichamelijke en psychische klachten ten gevolge van ‘blootstelling aan’) , zoals hij dat noemt. Het exposoom omvat alle niet-genetische klachten waaraan een mens in het leven wordt blootgesteld. Dat kunnen dus ook lichamelijke of biologische prikkels zijn, die vervolgens leiden tot chemische stoffen in je lichaam, legt hij uit. Je hebt bijvoorbeeld overlast door geluid, dat leidt tot aanmaak van een chemisch stofje in je hersenen, en je exposoom is uitgebreid.

Onderzoek naar het exposoom geeft een veel completer beeld, zegt hij. Je staart je niet blind op door mensen gemaakte stoffen, maar kijkt naar alle prikkels, en ook naar afbraakproducten die we nu over het hoofd zien.

Samanipour stelt vast dat minder dan 2% van de chemische stoffen waaraan we kunnen worden blootgesteld, is geïdentificeerd.  Wereldwijd zijn tienduizenden stoffen op de markt, terwijl minder dan 1% daarvan ooit getest is op schadelijke effecten. Maar we worden aan zoveel stoffen blootgesteld, dat dat niet meer te meten is, laat staan dat we iets te weten komen over de schadelijkheid ervan.

Het feit dat 1 op de 2 Nederlanders kanker krijgt, zoals de NRC onlangs bekend maakte, toont de noodzaak, de eis aan de politiek om ervoor te zorgen dat stoffen altijd meetbaar moeten zijn alvorens deze toe te passen in de praktijk.

Nieuwe stoffen  mogen niet de markt op, zolang je ze niet goed kan meten, zegt deze jonge milieuchemicus tegen onze politici.Dat is een noodzakelijk pro-actief en preventief chemicaliënbeleid, zegt hij.

Hans Pijnaker

September 2024

Scroll naar boven