Schimmels zijn draadvormige planten, die géén bladgroen bevatten, maar bestaan uit zwamvlok en zwamdraden. De schimmeldraad is de eigenlijke plant. Je ontdekt schimmels veelal aan hun bovengrondse vruchtlichaam: de paddenstoel.
Er bestaan verschillende soorten schimmels, aldus de website van GGD leefomgeving.nl. Zo heb je de zwarte schimmel, de witte, groene, gele en roze schimmel. Sommige zijn gevaarlijk en andere weer niet. Nuttige schimmels, de mycorrhiza, leven nauw samen met bomen en bevinden zich rond en ook in hun wortels. De schimmelgebieden kunnen enorm uitgestrekt zijn. Er zijn ook schadelijke schimmels, zoals de Stachybotnys Chartarum. Deze schimmels zijn gevaarlijk omdat ze een hoge concentratie mycotoxine kunnen verspreiden. Mycotoxine komt in veel schimmelsoorten voor en is schadelijk als de concentratie ervan hoger is. Dat kan dan leiden tot huidirritaties en jeuk. Een schimmel is opgebouwd uit allemaal draden: filiamenten. Daarin verschillen ze van bacteriën die niet zulke draden hebben. Zo herken je het verschil.
Schimmels zijn ook nuttige wezens. Ze zorgen voor de noodzakelijke afbraak van dood organisch materiaal, zoals dode bladeren of omgevallen boomstammen. Ze zijn de opruimers van de natuur.
Je hebt eencellige schimmels en meercellige schimmels. De schimmels in de eencellige vorm heten gisten. Schimmels kunnen zich zowel geslachtelijk als ongeslachtelijk voortplanten. De geslachtelijke voortplanting gebeurt d.m.v. sporen. De ongeslachtelijke voortplanting gebeurt op vegetatieve manier met schimmeldraden of door knopvorming.
Schimmels in de grond hebben een symbiotische relatie met planten, maar hoe dat werkt weten we niet precies, maar is onlangs ontdekt door onderzoekers van het natuurkundig instituut Amolf en de VU Amsterdam. Ze publiceerden daarover in tijdschrift Nature. NRC journalist Laura Wismans vertelt ons hierover. (NRC 28-2-2025.p.16).
Schimmels en planten, zegt ze, zijn voor hun voedingsstoffen van elkaar afhankelijk. Schimmels spelen daarbij een rol bij de opslag van CO2 in de bodem. Tot wel 70 % van het totaal aan koolstof in de bodem, vertelt ze, is opgeslagen in de grote kluwen van ragfijne draden van zogenaamde mycorrhiza schimmels. Dat maakt schimmels van groot belang voor de CO2 huishouding van de aarde. De schimmel groeit op koolstof afkomstig van planten, legt ze uit, en op hun beurt leveren de schimmels stikstof en fosfor aan de plant. Je kunt spreken van ruilhandel: jij krijgt van mij stofstof en fosfor en dan krijg ik van jou koolstof o.a. in de vorm van suikers.
Deze symbiotische relatie vraagt veel van de schimmels. Ze moeten eerst voedingsstoffen verzamelen, die transporteren naar de plant en pas dan krijgen ze hun verlangde voedingsstof, koolstof, waar ze zelf op groeien.
Schimmelnetwerken kunnen daardoor kilometers groot zijn. De individuele draden zijn juist microscopisch klein en alles gebeurt ondergronds.
Hoe weten wij dat alles dan toch?
Dankzij een nieuwe robot die de ontwikkeling van de schimmelnetwerken sterk vergroot kan fotograferen, 24 uur per dag , door deze netwerken te laten groeien in een petrischaaltje in het laboratorium.
Verkenners.
Schimmels blijken actief op zoek te gaan naar plekken waar veel voedingsstoffen zijn, zo gaat NRC journalist Laura Wismans verder. En dat doen ze niet d.m.v. exponentiële groei zoals bij bacteriën, maar met specialistische schimmeldraden die verkennend werk uitvoeren. Binnen die schimmeldraden vindt ook nog tweerichtingsverkeer plaats. Koolstof in de vorm van suikers en vetten wurmt zich langs tegemoetkomend fosfor en stikstof. Dit tweerichtings- verkeer – van boom naar schimmeldraad en van schimmeldraad naar boom – functioneert bijzonder efficiënt. Nooit treden er botsingen op, want waar opstoppingen dreigen, passen de schimmels de snelheid aan en op plekken waar veel voedingsstoffen nodig zijn, vergroten ze gewoon de vaten een beetje. Dit is goedkoper/economischer dan het aanleggen van kruispunten of rotondes, zoals wij mensen verkeersproblemen aanpakken.
Schimmels helpen de mens en de planeet Aarde om het teveel van het opwarmende broeikasgas CO2 te neutraliseren en daarmee de temperatuur van de Aarde te doen dalen. Dus ook de schimmels zijn onderdeel van onze zichzelf organiserende, zichzelf in balans houdende en zichzelf op temperatuur houdende planeet. Dus hoe meer chemische stoffen we in en op de grond storten en spuiten, des te meer schimmels zullen er afsterven en niet meer voor het behoud van het klimaat op onze planeet borg kunnen staan.
Dit doet mij denken aan de Emiliania algjes in de oceanen, die CO2 aan het oppervlaktewater van de oceaan onttrekken en zorgen voor emissie van het zwavelgas dimethylsulfide waardoor spierwitte wolken ontstaan die zonlicht weerkaatsen en zo zorgen voor afkoeling van de planeet. Deze algjes lopen ook gevaar door de vervuiling van de planeet. Zie daarvoor nog even in onze reeks “De ontdekking van de aarde”.
Hans Pijnaker
April 2025