Houdingen tegenover de natuur (5)

4.2  DE MENS ALS VERLICHTE HEERSER

Gedraagt de mens als despoot zich als een eindverbruiker van onze natuurlijke hulpbronnen en van de natuur, hij waant zich namelijk in het rijk van de onbegrensde mogelijkheden. Het volgende type, de verlichte heerser, zo legt natuurfilosoof Achterberg uit,  is zich al wat meer bewust geworden van zijn afhankelijkheid van een kwetsbaar milieu, van de eindigheid van onze aardse hulpbronnen en van grenzen aan de groei.

Het is wel uit eigenbelang dat hij streeft naar duurzaamheid en behoud van de natuur. Hij is zich bewust geworden dat niet alleen zijn eigen generatie, maar ook zijn nageslacht de natuur nodig zal hebben. Hij denkt al op een wat langere termijn. Hij gedraagt zich dus enigszins bewust ofwel verlicht. Ook is hij zich meer bewust van nog meer subtielere behoeften aan wat de natuur ons bieden kan, zoals natuurschoon (waarvan we kunnen genieten en tot rust kunnen komen), medicinale planten (die ons kunnen genezen van ziekten) en tenslotte van een spiritueel gevoel dat dieper gaat dan de gedachte dat de natuur slechts een product zou zijn waaraan we kunnen verdienen.

Deze manier van denken over de natuur ontstond eind 19e eeuw in Amerika o.l.v. een zekere Gifford Pinchot. Hij legde de nadruk op ontwikkeling van natuurlijke hulpbronnen. Op de eerste plaats voor de eigen generatie en daarna pas voor latere generaties. Hij wilde over de natuur heersen en haar ook beheren uit naam van de huidige en toekomstige generaties. De natuur in dit stadium van het denken wordt nog steeds gezien als een vat vol hulpbronnen. Maar er is al een beetje sprake van een zekere morele houding t.o.v. de natuur. De omgang met de natuur wordt namelijk moreel aan banden gelegd. Je kunt niet alles uit de natuur voor jezelf opmaken. De verdeling van haar opbrengsten moet niet alleen rechtvaardig gebeuren binnen de huidige generatie van mensen, maar ook voor de toekomstige generaties moet er nog te genieten zijn van de natuuropbrengsten.

Het begrip rechtvaardig verdelen van de opbrengsten van de natuur, concludeert Achterberg, is nu in beeld gekomen. Maar de mens blijft zichzelf zien als de eigenaar van de natuur en van de natuurlijke hulpbronnen. Dat noemen we verlicht antropocentrisme. D.w.z. verlicht, omdat men niet meer puur egoïstisch denkt maar zich ook bewust is van de rechten van anderen op die natuur.  Antropocentrisme, omdat de mens als eigenaar van de natuur nog steeds centraal blijft staan (antropos is het Griekse woord voor mens).

Hans Pijnaker
(wordt vervolgd)

Scroll naar boven