Genoemd naar de Romeinse godin Juno
Zomermaand, weidemaand, rozenmaand
De kortste nacht is van 21/22 juni
Sint Janskruid
Een bijzondere plant die eeuwenlang een rol speelde bij allerlei rituelen. Zijn symbolische rol lag in de bloei omstreeks de langste dag (21 juni) én tijdens de naamdag (24 juni) van de heilige Sint-Jan. Met zijn sterke geur hoopte men vroeger kwade geesten te verdrijven. Ook werd de plant boven schilderijen van heiligen gehangen om ze te beschermen. Volksnamen zijn o.a. Duivelsjacht, Duivelsvlucht, Godewaar, Jaag-den-Duivel, Oliebloempje.
Junikever (of Rozenkever of Johanneskever)
De vlucht van deze kever is heel apart. Deze begint na zonsondergang en duurt ca. een uur, afhankelijk van de weersgesteldheid. Na de vlucht verdwijnen beide sexen in de dichte bodemvegetatie. De paring vindt plaats op het gras waarna het wijfje nog enige minuten rondloopt. Dan gaat ze de grond in om de eieren te leggen. De larven komen na ongeveer een maand uit het ei.
Gentiaanblauwtje
Deze vlindertjes zijn echte zomervliegers: ze vliegen nu al bij warm weer (en laat dat nou net de tijd zijn dat hun waardplant (gentiaan) in bloei staat). Ze leggen de witte eitjes op de blauwe gentiaanbloemen en leven dan nog maar 10 dagen.
Insecten
Vele insectensoorten vliegen rond en een aantal doen zich tegoed aan de nectar van bloemen: bijen, hommels, zweefvliegen. De rupsen van de eikenprocessievlinder zie je nu ‘in processie’ omhoog de boom in kruipen, waar het voedsel wacht.
Van de Libellen en Juffers kun je de azuurwaterjuffer, lauwe- en bruine glazenmaker, geelvlek heidelibel, gewone oeverlibel, grote keizerlibel. kleine roodoogjuffer, lantaarntje, paardenbijter, weidebeekjuffer, zwarte heidelibel en rivierrombout tegenkomen.
Vlinders: de voorjaarsvlinders zoals de citroenvlinder, dagpauwoog en gehakkelde aurelia, leggen hun eitjes en sterven. In juni zijn hun nakomelingen rups of pop.
Wat nog rondfladdert zijn o.a. de bonte bessenvlinder, bruin zandoogje, dagpauwoog, distelvlinder, gentiaanblauwtje, groot dikkopje, grote weerschijnvlinder, heideblauwtje, kleine vos, koevinkje, koolwitje, oranje tipje, oranje zandoogje en het zwartsprietdikkopje.
Bomen en Planten
Van de Zoete kers en de gladde iep (of veldiep) zijn de eerste vruchten rijp. Van alle bomen komen de blaadjes van de gewone es als laatste uit. Is het op St. Jan (24 juni) warm dan komen er veel hazelnoten, zo zegt men.
Dit is de maand, samen met Juli, waarin ook de meeste planten en grassen bloeien. De algemeenste zijn: bosbes, dophei, duizendblad, gele lis, gewon raket, grote kattenstaart, hondsroos, klaproos, koolzaad, margriet, moerasspirea, riet, smalle weegbree, veenpluis, vlier, vogelkers, waterranonkel, wilde kamperfoelie. Van de orchideeën zie je o.a. de bijenorchis, grote keverorchis, harlekijn en honingorchis.
Vogels
Bij veel kleine zangvogels volgt nu een tweede legsel terwijl de boomvalk nu pas gaat broeden. Bij de grote bonte specht vliegen de eerste jongen uit. We horen o.a. de kwartel, de nachtegaal, sprinkhaanzanger en de wulp.
Paddenstoelen
De cantharel of hanekam kun je nu ook al zien. De soort wordt ook ‘dooierzwam’ genoemd. De dennenboleet verschijnt al vroeg in de zomer en ín de zomer zijn ze dan ook talrijk.
Zoogdieren
Dwergmuis bouwt graag een kraamnest in graanakkers. De egels, de dwerg- en watervleermuis hebben eerste jongen.
Reeën krijgen jonge reekalfjes (dat heet ‘zetten’) die zeer kwetsbaar zijn in het begin: er dreigt gevaar door loslopende honden, oppakken van mensen omdat ze denken dat de moeder het kalfje verstoten heeft (dat is niet zo, dus blijf er van af) en de maaimachines.
Amfibiën
Het gekwaak van kikkers is al weken te horen. De kleine watersalamanders laten zich ook zien en de jonge padjes trekken van het voortplantingswater naar hun zomerbiotoop.
De teek (een Spinachtigen, geen insect) blijft actief.