Genoemd naar de Romeinse god Janus
Het is de Louwmaand, IJsmaand, Wolfsmaand en Hardmaand
We zien de eerste bloei van de hazelaar, de witte- en zwarte els. De ‘elzenpropjes’, de vruchtjes, hangen nog steeds aan de bomen en dienen als voedsel voor sommige vogels. Ook kun je het begin van de bloei van speenkruid, dotterbloem, anemoon en de tere sneeuwklokjes ontdekken. Bij zachte temperaturen verschijnt ook winterpostelein en klein hoefblad.
Veel dieren zijn nog in winterslaap. Maar de eerste amfibieën verschijnen in het water: bruine kikker, groene kikker en kleine watersalamander.
Sommige vlinders komen uit de winterslaap en zijn al een beetje actief zoals de dagpauwoog, kleine vos en sterkte citroenvlinder. De bosuil roept langdurig en de grote bonte specht geeft zijn eerste roffel. De fitis, tjiftjaf en zanglijster beginnen aan hun zang, evenals de vink met zijn ‘vinkenslag’. Soms zijn invasies van de kruisbek en de pestvogel waar te nemen. Grauwe ganzen, kolganzen en rietganzen foerageren (= voedsel zoeken) nog steeds op onze weilanden.
En er ontwaakt nog meer in de natuur: het is de paartijd van de bever, het hert werpt zijn gewei af en de mol produceert molshopen (behalve als het vriest).
De biodiversiteit kunnen we nog steeds vergroten door blad, takjes te laten liggen zodat o.a. insecten en egels zich kunnen beschermen tegen de winterse kou. Holle stelen van planten bieden mooie plekjes voor overwinterende insecten, zoals bijen. En wat denk je van insectenhotels, gestapelde stenen op een hoopje? Ook onze tuinvogels bijvoeren met zaden en vetbollen is fijn (voedsel zoals bessen en zaadjes zijn er nu niet).
Als de dagen gaan lengen geeft de natuur dus stiekem al wat tekens!