Oktober

Latijn voor achtste maand       Wijnmaand, zaaimaand           Werelddierendag 4 oktober

 Omdat de stand van de aarde ten opzichte van de zon voor het noordelijk halfrond anders wordt (de zon staat veel lager) hebben de stralen van de zon niet zoveel kracht meer. De dagen worden ook steeds ‘korter’ (het blijft korter licht).  De invoering van de Wintertijd is deze maand.

Enkele naaldbomen (lariks, moerascipres) werpen naalden af. De Amerikaanse eik heeft prachtige roodachtige herfsttinten, de veldesdoorn (of Spaanse aak) krijgt goudgele kleuren. Beuk, berk, wintereik, witte paardenkastanje en zomereik krijgen ook herfsttinten en later laten ze hun blad vallen. Veel bomen laten blad vallen omdat ze in de winter niet genoeg voedingsstoffen hebben voor de blaadjes. Het bladerdek biedt dan weer een schuilplaats voor dieren.

Paddenstoelenmaand! Ze groeien vooral in de herfst omdat de omstandigheden het beste zijn voor de schimmels: grond is nog warm, relatief hoge temperatuur en vaak veel regen (vochtige ondergrond). Laat de paddenstoelen staan, ze zijn belangrijk voor de biodiversiteit van het bos. Als de herfst voorbij is en de paddenstoelen weg zijn, is de schimmel nog wel aanwezig in de bodem als een net werk van draden (het mycelium).

Van de planten en struiken verliezen o.a. de blauwe bosbes, gewone vlier, gewone vogelkers en wilde lijsterbes hun blad. De bladeren van de zachte ooievaarsbek kleuren in de herfst rood. Er is veel nabloei of tweede bloei. Met name op plekken waar eerder gemaaid is zoals bij wegbermen. Vaak zie je nog bezemkruiskruid, boerenwormkruid, duizendblad, Jacobskruiskruid, madeliefje, margriet, straatgras, vlasleeuwenbekje, witte dovenetel.

Er zijn vlinders zoals de atalanta en de distelvlinder die trekken. Bij mooi weer, minimaal 15 graden zie je nog actieve vlinders zoals bonte zandoogje, citroenvlinder, koolwitje en icarusblauwtje. Wordt het kouder dan gaan ze overwinteren als pop: boomblauwtje, groot en klein koolwitje, landkaartje en oranjetipjes. Als rups overwinteren kan ook, dat zie je o.a. bij het oranje zandoogje en het koevinkje. De rupsen bewegen niet en kunnen goed tegen kou en vorst.

Zangvogeltrek: gestuwde trek (al vanaf 7.00 uur). Gunstig trekweer is zonnig met zwakke tot matige zuidelijke of westelijke wind: spreeuwen, vinkachtigen. De vogels die hier graag komen overwinteren zijn de goudplevier, koperwiek, keep, kramsvogel  en roodkeelduiker  (oktober-maart), kleine zwaan (oktober-januari). Uit Scandinavië arriveert het roodborstje. De Vlaamse gaai gaat eikels verzamelen

De eekhoorn begint met noten te verzamelen, de spint spint zijn web maar de egel gaat in winterslaap (tot april/mei). Kikkers en padden verstoppen zich in de modder van een sloot. De rosse vleermuizen vertrekken naar gemeenschappelijke winterslaapplaats).

 

Scroll naar boven